De conferentieganger (5)
sept 25

De conferentieganger (5)

23 september, 23.16 uur

Als ik dit schrijf, zit de laatste dag van het ECPCM-congres erop. Morgen, maandag 24 september, is er voor de volhouders nog een extra excursiedag, maar een flink aantal deelnemers, waaronder uw blogger, reist morgen terug naar huis.

Het was vandaag zondag, dus het ligt voor de hand dat in de ochtend een kerkdienst in de buurt werd bijgewoond. De bus bracht ons opnieuw naar Kretinga, de kerk waar we eergisteren de orgeldemontatie en de goeddeels mislukte lezing van Dr. Povilonis bijwoonden. De brokstukken van dit evenement waren weggeveegd en om 11 uur werden we welkom geheten bij de viering, geleid door iemand die we ook al kenden van de lezing die hij vrijdag gaf over het Litouws liedrepertoire: de regio-‘pfarrer’ Darius Petkūnas. Hoewel we de traditionele Lutherse liturgie goed konden volgen, werd de viering geheel in het Litouws gedaan. Merkwaardig wel, een preek in het Litouws voor een groep van misschien 8 eigen gemeenteleden en 45 internationale gasten... Maar ja, it’s the volkstaal, stupid...


Liturgische helderheid stond voorop, herkenbaar voor de Lutherse traditie. Als de voorganger het woord voerde namens de gemeente, stond hij met zijn rug naar de mensen; sprak hij namens God, dan keek hij de mensen aan. Ik had na afloop pijn in mijn knieën: ik denk dat we wel 15 keer moesten zitten en opstaan. De samenzang werd redelijk adequaat begeleid op het gammele orgel (waarvan de D opvallend ontstemd was... zie mijn blog van afgelopen vrijdag), terwijl voor preludium, postludium en communiemuziek een keyboard werd aangezet. De reden: de begeleidingen werden gespeeld door de echtgenoot van de predikant, die daarmee de grenzen van haar muzikale kunnen wel had bereikt. Vanwege het bezoek van de ECPCM-ers had ze haar dochter, muziekstudente, gevraagd de solostukken ten gehore te brengen. Omdat die dochter een absoluut gehoor heeft en het orgel een halve toon hoger dan normaal is gestemd, is het voor haar onmogelijk het orgel te bespelen. Vandaar het keyboard. Overigens was er opvallend weinig klankverschil tussen beide instrumenten (behalve dat de D op het keyboard uiteraard wel zuiver was). We waren er na afloop niet over uit of dat een compliment voor het elektronicum, of een belediging voor het orgel was.

ECPCM blog 5 DSCN7757 xOver electronicums gesproken. Op de heenweg naar de kerkdienst hadden we nog even tijd het plaatselijke franciscaner klooster in Kretinga te bezoeken. Het was een goed idee deze fraaie barokkerk te bezichtigen. Toen we echter omkeken naar de gaanderij boven de ingang om daar naar verwachting een fraai orgelfront uit de 17e eeuw te zien, kwamen we bedrogen uit... Er stond een speeltafel van een elektronisch orgel, en aan de muur hingen maar liefst 16 monstrueuze geluidsboxen! Later vonden we nog een klein (echt) koororgel, maar dat was zo in de hoek verstopt dat het onmogelijk was erop te spelen. Het zou me niets verbazen als het al op de Litouwse variant van Marktplaats staat.
Dat zet je wel aan het nadenken. Zo’n vrijwel lege gaanderij is een pijnlijke deceptie in de verder weliswaar sobere maar prachtige barokke kerk. Uiteraard is het onderhoud van een historisch orgel duur. Echter, de rest van de kerk was in uitstekende staat van onderhoud. Dan zou er toch ook geld moeten zijn voor een goed instrument?
Tegelijkertijd: áls je dan een elektronisch orgel gebruikt, dan is het ook wel zo eerlijk om gewoon te tonen wat het is: geen pijpen maar speakers. Dat is in ieder geval eerlijker dan ‘doen alsof’! Een oud front laten staan, het orgel leeghalen en daar de boxen in verstoppen - dá's pas nep... dus daar verdienen de franciscanen dan weer een compliment.
Ondertussen slaat de schrik je wel om het hart. Hier in Litouwen is het een schrijnende geldkwestie, maar in het Westen komen dit soort ‘oplossingen’ ook steeds vaker voor. Misschien is bijgaande foto afschrikwekkend genoeg om weer eens heel goed bij deze ontwikkeling stil te staan?

kabouters

ECPCM blog 5 DSCN7796 xNa de dienst togen we per bus naar een lunchrestaurant, gelegen aan een stuwmeer. Ook nu hadden we een half uur over, dus tijd voor een wandeling. Achter de stuw bleek een enorm kabouterbos annex speeltuin annex kinderboerderij te zijn aangelegd. Het zag er allemaal allerschattigst uit, zelfs was er een kabouterkerkje inclusief crucifix. Ik dacht dat alleen bij Rien Poortvliet de kabouters christelijk waren, maar in Litouwen komen ze dus ook voor... 
De lunch met diverse Litouwse gerechten smaakte erg goed. Hoewel het land niet echt bekendstaat om een hoogstaande ‘cuisine’, zijn sommige koks in staat met doorgaans ‘basic’ ingrediënten als aardappels, kool en vlees dan wel vis bijzonder smaakvolle gerechten samen te stellen.

Kleipéda

’s Middags was het tijd voor een bezoek aan het oude centrum van Kleipéda. Het is een sfeervol vissersstadje aan de Oostzee, waar echter geen echt oude gebouwen meer staan. Alles is in de 19e en 20e eeuw gereconstrueerd – maar wel op een smaakvolle manier. Toch vond ik de nieuwste gebouwen, waar de meeste collega’s gewoon aan voorbij liepen, het meest interessant, zoals een hoog hotelgebouw met een merkwaardige knik erin. Geen wereldschokkende architectuur, maar wel in het oog springend tussen de verder zeer traditionele huizenbouw.
We werden weer vergezeld door dezelfde kwebbelgids als gisteren, die ons met eenzelfde vaart en gevoel voor detail verhaal deed over de geschiedenis van het stadje Kleipéda. Perla Akerboom en ik (wij vormden samen ruim 65 % van de Nederlandse delegatie) kregen op een gegeven moment werkelijk de slappe lach; we wisten later niet eens meer op welk moment. Waarschijnlijk toen ze bij een onooglijke sovjet-flat uitgebreid stilstond bij het feit dat dit het eerste woongebouw in Litouwen was met een heuse lift. Toen waren we al anderhalf uur aan de wandel en was onze koffiebehoefte al geruime tijd aan ons concentratievermogen aan het knagen...

ECPCM blog 5 DSCN7845 xDie felbegeerde koffie troffen we aan tijdens ons laatste ‘officiële’ werkbezoek, dat we aan de Evangelisch-Lutherse gemeente in Kleipéda brachten. Hun kerk, met een markante toren van 75 (!) meter hoog, had de 20e eeuw helaas niet overleefd – slechts een grasveld met wat losse stenen en een haag, gesnoeid in vorm van de plattegrond van de oude kerk, restte nog van de blikvanger. Men kerkt momenteel wat onbeholpen in een houten zaaltje in een ander gebouw. Hier stonden drie gemeenteleden ons op te wachten. Na een korte orgelbespeling op een eenklaviers instrument van een onduidelijke orgelbouwer uit Kiel, staken de drie een betoog af over de plannen om de oude kerk steen voor steen te reconstrueren. Ook de toren moest weer enorm hoog worden; met de gemeente was afgesproken het gebouw weer op ware schaal na te bouwen. We konden zelfs de tekeningen inzien; het leek wel een inspraakavond voor buurtbewoners. Eigenlijk zat ik te wachten op het moment dat er een schaal zou rond gaan voor een bijdrage aan het plan van het drietal. Overigens was het verhaal dermate langdradig dat ik de enige van de Nederlanders was die zijn ogen nog open had (foto’s als bewijs hiervan op verzoek te tonen).
Ik hoorde het verhaal met stijgende verbazing aan. Waarom dit idee van de reconstructie? Je kon immers aan zien komen wat er gaat gebeuren: men loopt eerst het vuur uit de sloffen om de bouw van de kerk te realiseren. Als dat lukt is iedereen blij. Echter, zodra het gebouw er staat, kan men zich vanaf dag twee zorgen gaan maken over hoe het enorme complex op termijn moet worden onderhouden. Want zondags zitten er slechts enkele tientallen kerkgangers, en groei van dat aantal wordt niet verwacht.
De drie sprekers waren desondanks geheel overtuigd en dus vol van hun plan. In Litouwen hechten ze nu eenmaal sterk aan ‘het oude’; alles moet blijven of worden teruggebracht in de situatie van ‘toen’. Het vormt de Litouwse identiteit; dat gevoel zit er heel sterk in. Hoe uitdagend zou het echter zijn een hedendaagse architect opdracht te geven een werkelijk modern gebouw te bedenken, flexibel, geschikt voor 30 tot, met kerst, hooguit 120 mensen...? Hoeveel zinvoller zou het zijn een nieuwe, kleinere kerk te bouwen, dan ettelijke miljoenen uitgeven aan een gebouw waarvan het onderhoud, of bijvoorbeeld het aanstellen van een voorganger (ik laat een orgel en de kerkmusici nog maar even buiten beschouwing), binnen enkele jaren niet meer op te brengen is? Geld dat zo hard nodig is in Litouwen, waar huizen, straten, kerken (en orgels) voor het grootste deel zwaar verwaarloosd zijn en talloze bedelaars op de stoeprand zitten...?

Met dit dubbele gevoel over het megalomane plan verlieten we het gebouw. Het liep tegen de avond en dus was het tijd, via de haven, naar een klein museum te wandelen waar we onze afsluitende ‘bonte avond’ zouden hebben. Een groot en smaakvol buffet stond ons op te wachten, inclusief een keelverbrandende, waarschijnlijk zelfgestookte Obst-schnaps. In de hoek heette een luidruchtig spelend folkloristisch ensemble ons welkom met aanstekelijke volksmuziek. Ze verstonden hun vak: de muziek en acts (en ongetwijfeld de schnaps) heeft de groep stevig in beweging gekregen!
In een half uur werden de 45 kerkmusici per bus van Kleipéda terug naar Palanga gebracht. En met deze feestelijke avond zat de ECPCM-2018-meeting er weer op. 

Afsluitende gedachten 

Tijd voor een afsluitende gedachte? Het was heel boeiend de Litouwse cultuur te leren kennen, en ook te horen hoe de Lutherse kerk zich hier al eeuwenlang staande heeft weten te houden. De toekomst ziet er niet hoopgevend uit, zowel voor de kerken als voor het land zelf, dat haar inwoners in groten getale ziet vertrekken. 

ECPCM blog 2 DSCN7514 jeugdkoorMaar naast deze somberheid hebben we ook veel moois gezien en gehoord. Het concert van het jeugdkoor was een werkelijk hoogtepunt, de trip naar het unieke natuurgebied ook. De lezingen waren wisselend; die van Dr. Povilonis wellicht briljant, als we maar hadden kunnen verstaan waar hij over ging... 
Litouwers zijn, net als vrijwel alle Oost-Europeanen, heel warme en gastvrije mensen. Het land is na de zeker voor deze streek rampzalig verlopen 20e eeuw behoorlijk aan het opkrabbelen, hoewel men er nog lang niet is en ook de dreiging vanuit het oosten nog niet is geweken. Het lidmaatschap van de Europese Unie is hun redding geweest; tegelijkertijd heeft de invoering van de euro de prijzen in Litouwen verdriedubbeld. 
Maar het land zou er goed aan doen ook bedreigingen van binnenuit goed te blijven onderkennen. In kerkelijk en theologisch opzicht is de Lutherse kerk, strijdend tegen een alarmerende ontvolking, erg behoudend. Vrouwen mogen wel in het ambt, maar – hoe toevallig – ze zijn er niet. De liturgie wordt strak volgens de regels uitgevoerd. Over oecumene spreekt men positief, maar tussen de regels wordt wel besmuikt gesproken over de paus. Gevraagd naar de verschillen tussen de Lutheranen en de Rooms-katholieke kerk ter plaatse leek het wel of Luther zelf weer aan het woord was... Opvallend is ook dat de Litouwse rol in de nazi-tijd, die bepaald niet smetteloos was, slechts sporadisch aan de orde komt, zelfs op een dag als vandaag waarop het in heel Litouwen holocaust-dag is. Pijnlijkheden worden stelselmatig uit de weg gegaan, terwijl de les van deze tijd juist is dat je, hoe dan ook, de zwarte pagina’s uit je geschiedenis óók recht in de ogen moet zien; pas dan kun je weer verder.

Het belang van de ECPCM

Dit soort bijeenkomsten zijn van onschatbare waarde, net als een organisatie als de ECPCM. Het is goed voor ons kerkmusici om over de grens te kijken en te ontdekken hoe collega’s in andere landen oplossingen vinden voor problemen die ook wij tegenkomen. En om anderen te helpen bij ontwikkelingen waar wij inmiddels ervaring mee hebben, zoals bijvoorbeeld het maken van een liedboek. De belangrijkste gesprekken vinden niet plaats tijdens de officiële bijeenkomsten, maar tijdens maaltijden, wandelingen en andere vaak toevallige ontmoetingen. Daarvoor moet je elkaar nu eenmaal een keer per jaar treffen. Het is bijzonder dat over twee jaar het vijftigjarig jubileum kan worden gevierd, en ik noem daarbij ook graag de naam van ‘onze’ Reinoud G. Egberts die vele jaren vanuit Nederland de ECPCM heeft aangevoerd. Nog steeds valt zijn naam geregeld tijdens de gesprekken! En hopelijk merken we straks in Wenen dat de ontwikkeling van de verjonging heeft doorgezet. Deze bijeenkomst was in vele, maar zeker ook in dat opzicht, zeer hoopgevend.    

ECPCM blog 4 DSCN7567 x

 

Gelezen: 2942 keer Laatst aangepast op vrijdag, 25 januari 2019 14:00